Geschiedenis van de proefbedrijven

Het ontstaan van de beide proefboerderijen van de Stichting Proefboerderijen Noordelijke klei, hebben elk hun eigen historie en achtergrond. In de weergave hieronder is in chronologische volgorde het ontstaan van de beide boerderijen en ook SPNA als stichting weergegeven. 

Geïnteresseerd in meer historie en geschiedenis?, bekijk dan eens on jubileum (2022), ter ere van het 50-jarige bestaan van de stichting SPNA!., opgenomen in de downloadmodule rechts, of te lezen via de pagina 'wie zijn wij'.

Onderaan deze pagina is een mooie tijdlijn opgenomen van de diverse onderzoeksprojecten die onze historie rijk is.

1913 -  Besluit om een proefboerderij te stichten

In 1913 besloot de Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid een proefboerderij te stichten, met als reden: de betrouwbaarheid onzer gesubsidieerde landbouwproefvelden te verhogen. In 1915 werd door deze organisatie een Fonds voor proefboerderijen gevormd. Het beheer van dit Fonds werd later toevertrouwd aan een in 1918 opgerichte Vereniging tot Exploitatie van Proefboerderijen in de klei- en zavelstreken van de provincie Groningen.

Historie-1913

1926 -  Jacob Spijkensheerd (Nieuw Beerta) werd proefboerderij

Vereniging tot Exploitatie van Proefboerderijen in de klei- en zavelstreken van de provincie Groningen verwierf in 1926 het eigendom van de boerderij Jacob Sijpkensheerd te Nieuw Beerta, welk bedrijf als proefboerderij in gebruik werd genomen.


1949- Tammingaheerd (Hornhuizen) werd proefboerderij

Het duurde tot 1949 voordat ook voor het Hogeland een proefboerderij beschikbaar kwam in de vorm van de Tammingaheerd te Hornhuizen. Tal van instituten voor Landbouwkundig Onderzoek alsmede de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst kregen op deze proefboerderijen de gelegenheid om hun proefvelden aan te leggen. Naast belangrijke financiele steun van het Ministerie van Landbouw werd dankbaar gebruik gemaakt van bijdragen van het Provinciaal Bestuur van Groningen en van verschillende agrarische industrieÎn en andere instellingen.


1960 - Ebelsheerd (eerste)

In 1960 draagt Dr. E.H. Ebels zijn boerderij over aan de Stichting Voorbeeldbedrijf Oldambt. De Stichting geeft het bedrijf de naam Ebelsheerd. Een aantal jaren heeft de boerderij een funktie als gemengd voorbeeldbedrijf. De grond waarop de proefboerderij wordt gevestigd werd rond 1550 ingedijkt. Het is zeer zware kalkarme zeeklei met 45% lutum en een afslibbaarheid tussen de 45-78% en een kalkpercentage van tussen de 1-2%, en een organische stofgehalte van 5%.


Historie-Ebelsheerd

1970 - Reorganistaie Landbouwkundig Onderzoek

De financiering van het doen van onderzoek met gelden vanuit het Ministerie van Landbouw heeft geduurd tot 1970. In dat jaar is door de Overheid een reorganisatie van het Landbouwkundig Onderzoek doorgevoerd. Wat het akkerbouw-praktijkonderzoek betreft, werden in ons land 9 regio's aangewezen waarbinnen het onderzoek werd toevertrouwd aan één of meer proefboerderijen. Deze proefboerderijen werkten nauw samen met het Proefstation voor de akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond te Lelystad (PAGV). Het Ministerie van Landbouw verleende o.a. een bijdrage in de exploitatiekosten op voorwaarde dat een even groot bedrag binnen de eigen provincie op tafel zou worden gelegd.

Eén van de 9 eerdergenoemde regio's is de regio Noord, omvattend het zeekleigebied van Groningen en Friesland. De beide proefboerderijen konden (zij het onder een ander regiem) hun werk voortzetten als regionaal onderzoekcentrum.


1970 - Ebelsheerd (Nieuw Beerta) en Feddemaheerd (Kloosterburen)

Voor een gemechaniseerde uitvoering van modern praktijkonderzoek waren de beide akkerbouwproefboerderijen eigenlijk te klein (Jacob Sijpkensheerd 22 ha en Tammingaheerd 38 ha). Daarom heeft het bestuur besloten beide bedrijven te vervangen door grotere bedrijven. Zo kon de Jacob Sijpkensheerd reeds in 1970 worden vervangen door de Ebelsheerd eveneens te Nieuw Beerta met een oppervlakte van 50 ha en in 1973 kon in Kloosterburen de Feddemaheerd van ± 80 ha in gebruik worden genomen.

In 1970, na de verkoop van de Jacob Sijpkensheerd te Nieuw-Beerta, die sinds 1928 als proefboerderij werd geëxploiteerd neemt de Ebelsheerd die taak over en heet vanaf die tijd proefboerderij Ebelsheerd. In 1972 is deze proefboerderij eigendom geworden van SPNA. 

Historie-Ebelsheerd

1972 - Oprichting Stirchting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw

De oude Vereniging tot Exploitatie van Proefboerderijen in de klei- en zavelstreken van de provincie Groningen die uitsluitend gestoeld was op de Groninger Maatschappij van Landbouw werd in 1972 omgezet in de Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) waarin behalve de Groninger Maatschappij van Landbouw, ook deelgenomen werd door de Friese Maatschappij van Landbouw, de Groninger en de Friese Christelijke Boeren en Tuindersbond, de Kringen Groningen en Friesland van de Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond en de Stichting Voorbeeldbedrijf Oldambt.


Meer over ons verleden is ook terug te lezen in het jubileumboekje ter ere van het 50-jarig bestaan van SPNA, zie hiervoor de pagina 'wie zijn wij' elders op deze site.

1991 - Kollumerwaard (Munnekezijl)

In 1991 werd de Feddemaheerd vervangen door de huidige Kollumerwaard. De proefboerderij Kollumerwaard is gebouwd op grond waar in 1969 werd begonnen met de inpoldering. De huidige bodem kenmerkt zich door een lutumgehalte van rond de 25%, met een gemiddelde afslibbaarheid van 30%, een kalkpercentage rond de 5% en een organische stofgehalte van 2%.

1996 - Ebelsheerd (de tweede)

In 1996 is geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsgebouwen voor de locatie in Nieuw Beerta, wat het werken heeft vergemakkelijkt en meer mogelijkheden biedt voor het doen van onderzoek, ontvangst van grotere groepen, studieclubs en de opslag van producten.

50 Jaar SPNA in een tijdlijn

1972 - KARWIJ ZOEKT DEKVRUCHT

Karwij is een tweejarig gewas dat het eerste jaar onder dekvrucht groeit. Omdat de teelt van traditionele dekvruchten, zoals erwten, blauwmaanzaad en spinazie, steeds verder terugloopt, wordt er begin jaren zeventig gezocht naar alternatieven. Tuinbonen blijken een goede kandidaat. Het zaaien van karwij onder zomergerst gaf geen
bedrijfszekere resultaten.

Duist 2024

1975 - HOGERE TARWEOPBRENGSTENDOOR DUISTBESTRIJDING

Uit proefveldmetingen blijkt dat duist een opbrengstderving kan veroorzaken van 400-1.400 kg tarwe per ha. Op Ebelsheerd worden verschillende chemische middelen en middelencombinaties die duist onderdrukken met elkaar vergeleken. Conclusie is dat spuiten zin heeft, dat een toepassing direct na zaai de voorkeur geniet én dat herbehandeling met Dosanex in het voorjaar tot goede resultaten leidt.

SPNA Algemeen

1977 - LANDELIJKE DEMONSTRATIE LOOFTREKKEN

Mechanisch loofdoden staat ook eind jaren ’70 volop in de belangstelling. Op de Feddemaheerd in Kloosterburen, komen ongeveer 1.000 bezoekers de verschillende technieken van dichtbij bekijken.

SPNA Algemeen

1982 - DUITSE TARWES

Buitenlandse tarwerassen worden meegenomen in het rassenonderzoek, om de kansen op een succesvol ras zo groot mogelijk te maken. Met name op de grotere graanbedrijven is meer keuze in tarwerassen gewenst. Drie Duitse kwaliteitstarwes, Disponent, Kanzler en Kronwel doen het goed, maar blijven qua opbrengst achter bij Okapi.

Bietenzaad

1984 - VERGELIJKING ZAAI- EN PLANTBIETEN

SPNA vergelijkt de teelt van plantbieten met verschillende zaaisystemen: vlakvelds en op ruggen. Op de Feddemaheerd is de proef opgedeeld in twee delen: najaarsploegen en voorjaarsploegen. De plantbieten hebben het land een week eerder vol. De geplante bieten hebben geen opkomstproblemen als gevolg van verslemping en kunnen eerder
worden geschoffeld. Zaaien in een goed bezakt zaaibed (najaarsgeploegd) geeft een betere opkomst.

Bieten zaaien 2024

1986 - BIETEN OVERZAAIEN: JA OF NEE?

Wat is de invloed van plantaantal en zaaidatum op de opbrengst en kwaliteit van suikerbieten? Om op die vraag een antwoord te kunnen geven wordt op drie tijdstippen gezaaid. De uitkomst is dat bij meer dan 40.000 planten per ha én als er tussen zaaien en overzaaien meer dan drie weken zit, overzaaien vrijwel nooit rendabel is.

Erwtn 2017

1986 - PLANTDICHTHEDEN ERWTEN VOOR RIJPE OOGST

Met de komst van semi-bladloze erwtenrassen is onduidelijk of de plantdichtheid van 50 planten per m2 nog steeds de juiste is. Deze rassen vormen een minder zwaar gewas, liggen niet zo plat op de grond en zijn daardoor minder gevoelig voor ziekten. Het optimum blijkt te liggen bij 50 tot 70 planten per m2.

SPNA Algemeen

1989 - MICROKNOLLEN IN DE AARDAPPELTEELT

Om de ziektedruk in pootaardappelen te verminderen, worden in het laboratorium de eerste vermeerderingen gedaan. De vraag is of deze microknollen rechtstreeks in het veld gepoot kunnen worden en welke werkwijze daarbij het beste is. Helaas blijkt dat de geleverde microknollen onvoldoende kiemrust hebben gehad, waardoor er een onregelmatig gewas groeit en de resultaten onbetrouwbaar zijn.

SPNA Algemeen

1989 - GEÏNTEGREERDE TEELT VAN WINTERTARWE

Kun je met minder kunstmest en minder gewasbeschermingsmiddelen de teeltkosten en de milieudruk omlaag brengen? De start van het onderzoek begint met de vraag: wat is geïntegreerd telen? Want dat is meer dan minder spuiten en bemesten. Het gehele teeltsysteem moet aangepast worden.

1992 - CONSUMPTIEAARDAPPELEN OP ZWARE
KLEI

Op Ebelsheerd wordt in consumptieaardappelen geprobeerd om het lage knoltal op te krikken. De verwachting is dat meer pootgoed gebruiken en voorkiemen zal leiden tot een vlottere start en een hogere opbrengst. De voorgekiemde aardappelen hebben het land in ieder geval eerder dicht en het gewas blijft die voorsprong behouden. Het verhogen van de plantdichtheid leidt niet tot betere opbrengsten. Het onderzoek wordt vervolgd.

1994 - ONDERZOEK NAAR TEELT VAN KAMILLE

Akkerbouwers hebben behoefte aan nieuwe gewassen, om hun bouwplan te kunnen verruimen. In de zoektocht naar nieuw gewassen, verschijnen op de proeflocaties onder andere crambe, miscanthus, kamille, cichorei, spruitkool, groene asperges, ijsbergsla en broccoli.

SPNA Algemeen

1996 - OPTIMALISERING VLOEIBARE N IN POOTAARDAPPELEN

In het kader van een landelijk onderzoek naar mogelijkheden van optimalisering van de N-bemesting, wordt op de Kollumerwaard een proef aangelegd in pootaardappelen. Het voordeel van vloeibare meststoffen is dat ze ook onder droge omstandigheden worden opgenomen, namelijk via het blad.

1996 - RASSENONDERZOEK VEZELHENNEP

SPNA doet mee aan rassenonderzoek voor vezelhennep, dat wordt uitgevoerd om nieuwe rassen op de EG-rassenlijst te krijgen. De inzet is dat Nederlandse telers en de vezelhennepindustrie (HempFlax) in de toekomst over meer rassen kunnen beschikken die de teelt aantrekkelijker maken.

1999 - DEMONSTRATIE MECHANISCHE ONKRUIDBE-
STRIJDING

SPNA organiseert een demo mechanische onkruidbestrijding in zaaiuien en winterpeen. In zaaiuien wordt een gangbare schoffelbalk vergeleken met een snel-schoffel-stuursysteem van Mutsaers / Homburg QI, die rijden met hoge snelheden mogelijk maakt en werkt met vingerwiedelementen. In winterpeen gaat het om een Steketee schijvenschoffel en een Netagco/Rumptstad-hoekschoffel.

2002 - ZOMERTARWERASSEN VOOR
BIOLOGISCHE TEELT

Verschillende bakwaardige rassen worden op de Kollumerwaard onderzocht op geschiktheid voor Noord-Nederlandse omstandigheden. De rassen Pasteur en Thasos geven een significant hogere opbrengst dan gemiddeld. Het eiwitgehalte ligt rond de 12% en dat is goed. De minimumnorm voor baktarwe is 11,5%.

SPNA Algemeen

2005 - PROJECT SCHAAK = SCHAALSPRONG
AKKERBOUW

Doel van het project Schaak is om de praktische haalbaarheid van schaalvergroting in kaart te brengen, al dan niet via samenwerkingsverbanden. Het onderzoek is gericht op de akkerbouw maar ook de vraag of het inpassen van veehouderij zinvol is, wordt meegenomen. De verkennende studie laat zien dat de meeste akkerbouwers de vorming van megabedrijven van 1.500 ha niet zien zitten. Beperkte samenwerking op deelaspecten krijgt wel de handen op elkaar.

2006 - DEMOVELD ENERGIEGEWASSEN

Welke energiegewassen doen het goed in Noord-Nederland en bieden zicht op een hoog teeltrendement? Op een demoveld worden veldjes van 0,16 ha aangelegd met verschillende gewassen en gewascombinaties, zoals vezelhennep, energiegras, Soedangras, voederbiet én de combinaties miscanthus/zonnebloem, dederplant/zomertarwe. Het gaat om teelten die geschikt zijn om te gebruiken voor groene elektriciteit d.m.v. vergisting, het maken van bio-ethanol of voor Pure Plantaardige Olie (PPO).

LINK naar meer info van dit thema.

SPNA Algemeen

2007 - COMPOST MET BIOSTIMULANTEN IN POOTAARDAPPELEN.

In samenwerking met HLB wordt het gebruik van verrijkte compost getest in relatie tot opbrengst en knolkwaliteit. Een van de vragen is of het gewas weerbaarder wordt tegen bodempathogenen. De behandelingen worden onderzocht in combinatie met Amistar of Moncereen, in verschillende doseringen. De behandelde partijen komen er positief uit maar de verschillen zijn niet significant.

LINK naar meer info van dit thema.

2007 - PROJECT NO TILL

Bij negen telers én op Ebelsheerd worden proeven aangelegd om het effect van directzaai te onderzoeken. Bij de teelt van tarwe op tarwe bestaat biedt notill de mogelijkheid om kosten voor grondbewerking te minimaliseren, omdat er direct in de stoppel wordt gezaaid. De deel-
nemers zijn enthousiast over de alternatieve werkwijze, maar er zitten wel voorwaarden aan. De ontwatering van de percelen moet goed zijn, er mogen geen diepe sporen zitten en niet te veel onverteerde gewasresten. Een kafverspreider kan dit risico verkleinen.

LINK naar meer info van dit thema.

2008 - 2010 - TARWE VOOR ENERGIE

In opdracht van het Productschap Akkerbouw onderzoekt SPNA het effect van N-bemesting van wintertarwe op de energieopbrengst. In tijden van slechte graanprijzen is het mogelijk om tarwe te verbranden voor het opwekken van energie. De resultaten van het onderzoek
geven geen aanleiding om het N-bemestingsadvies aan te passen in het geval de wintertarwe wordt aangewend voor de energievoorziening.

2012 - RASSENONDERZOEK WINTERKOOLZAAD

In 2011 wordt in Nederland ongeveer 1.800 hectare winterkoolzaad verbouwd, waarvan ruim 1.000 hectare op de noordelijke zware kleigronden. Op locatie Ebelsheerd onderzoekt SPNA twaalf rassen. De rassen DK eXquisite en King Ten hadden de hoogste opbrengst met ruim 4,9 ton/ha. Genie had de hoogste olieopbrengst met 2.008 kg/ha. De gemiddelde zaadopbrengst en olieopbrengst over alle rassen lagen dit jaar op respectievelijk 4.627 kg/ha en 1.865 kg/ha.

LINK naar meer info van dit thema.

2012 - PLANTY ORGANIC

Planty Organic is een meerjarig project waarin wordt uitgezocht hoe ver je kunt komen met een 100% gesloten, plantaardig bouwplan. Zo worden maaistoffen van het ene perceel ingezet op het andere. Door in dit project de grenzen op te zoeken, wordt er veel kennis opgedaan van mineralenkringlopen en relaties tussen bodemparameters, bodemleven en plant. Dit onderzoek zou 10 jaar duren, maar loopt nog steeds.

LINK naar meer info van dit thema.

2014 - START VAN DE POOTAARDAPPELACADEMIE

Telers leren van telers. En telers en wetenschappers leren van elkaar. Dat is in een notendop de opzet van de Pootaardappelacademie. Telers dragen onderzoeksvragen aan voor andere manieren van werken, innovaties of het besparen van kosten. Ze kijken onder andere naar rijden op breed spoor, moederknolslijtage, beïnvloeding van knolaantal, ziektebeheersing, bemesting en bodemgezondheid.

2014 - BOKASHI

Op een homogeen perceel op Ebelsheerd wordt een meerjarige proef aangelegd, om de effecten van bokashi op de groei en ontwikkeling van gewassen en op de bodem te onderzoeken. Naast het bedrijfsleven is de gemeente Oldambt één van de betrokken partijen.

LINK naar meer info van dit thema.

2016 - ONDERZOEK TEELT BIOLOGISCHE CONSERVEN

Bieden biologische teelten perspectief op de Oldambtster klei? Dat is de vraag waar akkerbouwers en onderzoekers zich over hebben gebogen. Uitkomst is dat op Ebelsheerd 27 hectare biologische teelt wordt opgezet, met een keur aan nieuwe gewassen, zoals conservenerwten, sperziebonen, graan, pompoenen en zaadspinazie. Samen met omschakelende akkerbouwers wordt kennis en ervaring opgedaan.

LINK naar meer info van dit thema.

2016 - START VAN DE GRAANACADEMIE

Begin 2016 start de Graanacademie, een project in het Oldambt gericht op een ecologisch én economisch duurzame teelt. Vijf expertisegroepen (duistbeheersing, precisielandbouw, bemesting, bodembiologie en grondbewerking), met in totaal ruim 40 graantelers, komen circa vier keer per jaar bij elkaar. Open en intensieve kennisuitwisseling staan centraal.

2017 - ZILTE LANDBOUW (SALFAR)

Door zeespiegelstijging, bodemdaling en vaker voorkomende periodes van droogte, neemt ook voor boeren in de Groninger en Friese kleischil het risico op verzilting toe. In het Interregproject SalFar (Saline Farming) werken 13 projectpartners (incl. SPNA) uit 7 landen rondom de Noordzee samen aan oplossingen. Er is aandacht voor gewassen die tegen zout kunnen, het ontwikkelen van nieuwe
innovatieve landbouwmethodes en het ontwikkelen van nieuwe zilte producten. BO Akkerbouw haakt in 2020 aan, waarna SalFar een vervolg krijgt in het project Zoet op Zout.

LINK naar meer info van dit thema.

2018 - PERCEELSEMISSIE

Op proeflocatie Kollumerwaard ligt een proef met dammetjes tussen de aardappelruggen, om uit te zoeken in hoeverre die het afspoelen van hemelwater kunnen voorkomen. De vraag is verder of de maatregel de opbrengst en maatsortering van de pootaardappelen beïnvloedt. Naast de proef is er ook een demoplot voor demonstratiedoeleinden.

LINK naar meer info van dit thema.

2019 - SPAARBODEM

Veranderingen in de landbouw, bodemdaling en klimaatverandering leggen meer druk op de bodem. Verbetering van de bodemstructuur en goed bodembeheer helpen om water beter vast te houden en afspoeling en verzilting tegen te gaan. In het project Spaarbodem levert SPNA een bijdrage aan meer inzicht in de mogelijkheden via verschillende proef- en monitoringsvelden in groenbemesters, aardappelen en zaaiuien. Op Ebelsheerd wordt een bodembeleefdag gehouden.

LINK naar meer info van dit project.

2019 - GRONINGS GRAAN

Op Ebelsheerd start een driejarig project in samenwerking met Delphy: Gronings Graan Groener en Grondiger. Hierin staat een duurzame teelt centraal, is er aandacht voor kostprijsverlaging en wordt toegewerkt naar de productie van granen die geschikt zijn voor de regionale keten. Punten van aandacht zijn onder meer het telen van gemengde rassen, schoffelen, aangepaste bemesting en plantweerbaarheid.

LINK naar meer info van dit project.

2020 - EEN KEUR AAN GROENBEMESTERS

In het najaar zijn op de Kollumerwaard diverse groenbemesters ingezaaid, zowel mengsels als niet-mengsels. Ieder jaar liggen er diverse demo-, pilot- of proefvelden, om de effecten van verschillende groenbemesters te beoordelen op o.a. winterhardheid, onkruidonderdrukking en ontwikkeling. In 2021 zijn 26 verschillende mengsels met elkaar vergeleken, verdeeld over 20 hectare.

LINK naar meer info van dit thema.

2021 - FASCINATING - MOGELIJKHEDEN VOOR EIWITTEELTEN

Op beide proefboerderijen liggen demovelden met uiteenlopende eiwitgewassen. Op verschillende grondsoorten worden hier het eiwitgehalte in de plant, de voedingswaarde, de verwerkingsmogelijkheden en de reststromen in kaart gebracht. Samen met specialisten uit de voedingsketen maken de onderzoekers een inschatting van het toekomstperspectief van de gewassen.

LINK naar meer info van dit project.

2023- Druppelirrigatie aardappel

Op de Kollumerwaard wordt er een start gemaakt met het onderzoek naar het gebruik van druppelirrigatie in pootaardappelen, waarbij ook het thema fertigatie betrokken wordt. Er wordt zowel onderzoek voor commerciële opdrachtgevers als publieke onderzoeksprojecten gefaciliteerd.

LINK naar meer info van dit thema.

2024- Start 'boerderijen van de toekomst'

Zowel op de Kollumerwaard als op Ebelsheerd wordt er gestart met de projecten 'boerderijen van de toekomst':  Agrifuture op de Kollumerwaard waar er naar een integraal toekomst-bestendig pootgoed rotatie-bedrijfssysteem wordt gekeken. En op Ebelsheerd het project 'Boerderij van de Toekomst Oldambt', waarbij er gkeken wordt naar een  itegraal toekomst-bestendig bedrijfssysteem voor de zware klei.