N beschikbaarheid in bio-graan

Stikstofbeschikbaarheid in bio-graan (2020-2022)

De opbrengst van biologisch geteeld graan is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende stikstof in het vroege voorjaar, welke moet zorgen voor een goede en vlotte beginontwikkeling. Onderzocht gaat worden welke combinatie van voorvruchten, groenbemesters en bemesting een goede beschikbaarheid van stikstof geeft.

Het onderzoeksgebied richt zich op de stikstofmineralisatie in het voorjaar door een combinatie van voorvrucht, inzet van groenbemesters en bemesting.

Bepaalde gewassen (voornamelijk de vlinderbloemigen) kunnen veel stikstof nalaten in de bodem. Door de stikstof vast te leggen in de grond door middel van een groenbemester, blijft deze stikstof aanwezig. Er zijn nogal wat verschillen tussen de groenbemesters in de mate van het vasthoudend vermogen van stikstof en het moment wanneer zij deze weer vrijgeven. Dat moment is dus van belang voor de tarweplant en de mate van uitstoeling en dus het opbrengst potentieel. Daarnaast wordt door middel van verschillende bemestingsstrategieën (zowel najaars- als voorjaarsbemesting) gekeken welke combinatie de hoogste opbrengst genereert.

Het team van SPNA op Ebelsheerd zal samen met de klankbordgroep Bio rondom Ebelsheerd, een specialist groenbemester en bodemprocessen de proef gaan uitvoeren.

De proef wordt mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Stichting Risico Fonds voor de Graanhandel.

Onderzoek naar dierlijke mest als hoofdbemesting in granen (2021-2023)

De waarde van dierlijke mest wordt door veel boeren onderkend en wordt zodoende als belangrijke aanvulling gezien in het gehele bemestingsplan. Doordat men voor drijfmest veelal nog geld toe krijgt, is dit een aantrekkelijke manier om het geteelde gewas gedeeltelijk in zijn nutriëntenbehoefte te voorzien. In het Oldambt wordt drijfmest vooral toegepast in de teelt van wintertarwe, in het vroege voorjaar, middels het ‘sleepslangen’. Toch valt de laatste jaren een lichte verschuiving te zien naar de toepassing van vaste mest. In het najaar wordt de vaste vast dan verstrooid over de stoppel. Voor het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid en een actief bodemleven is (genoeg) organische stof in de bodem van groot belang. Vaste mest heeft hier over het algemeen een grotere invloed op dan drijfmest.

Doelstelling van dit onderzoek is het in kaart brengen van de effecten van een bemestingssysteem met alleen dierlijke mest op nutriëntensamenstelling van de bodem, bodemleven, bodemstructuur en opbrengst en kwaliteit van het geoogste product, in vergelijking met een gangbaar ‘Oldambster’ systeem (kunstmest/drijfmest sleepslangen) en een systeem met alleen kunstmest.

In een veldproef worden 3 systemen naast elkaar aangelegd, namelijk het standaard ‘Oldambster’ systeem waarbij op twee momenten gebruik gemaakt wordt van kunstmest (februari en april/mei) en sleepslangen met drijfmest (maart/april), één systeem waarbij volledig gebruikt maakt wordt van kunstmest en één systeem waarbij alleen dierlijke mest gebruikt wordt (vaste mest over de stoppel in het najaar en zo vroeg mogelijk in het voorjaar sleepslangen met drijfmest).

Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode 2021-2023 en de rapportage is te vinden via de download-module rechts. Het project is mogelijk gemaakt door financiering vanuit het Risicofonds voor de Graanhandel.